Overzicht
Hieronder staat een overzicht van de omrekening van AWG (American Wire Gauge) naar vierkante millimeters (mm²) en de bijbehorende maximale stroomsterkte (in ampères), afhankelijk van de toepassing en het draadtype.
AWG | mm² | Max. stroom (Ampère) | Toepassing |
---|---|---|---|
24 AWG | 0,205 | 3-5 A | Signaaldraad, zwakstroomcircuits |
22 AWG | 0,326 | 5-7 A | Elektronische apparaten, sensoren |
20 AWG | 0,519 | 7-11 A | Kleine motoren, LED-verlichting |
18 AWG | 0,823 | 10-15 A | Kleine huishoudelijke apparaten |
16 AWG | 1,31 | 15-22 A | Verlichting, stopcontacten |
14 AWG | 2,08 | 20-30 A | Huishoudelijke stopcontacten, motoren |
12 AWG | 3,31 | 25-35 A | Middelgrote apparaten, zonnepanelen |
10 AWG | 5,26 | 30-50 A | Grote apparaten, elektrische ovens |
8 AWG | 8,37 | 50-70 A | Elektrische voertuigen, warmtepompen |
6 AWG | 13,3 | 65-100 A | Industriële apparatuur |
4 AWG | 21,2 | 85-135 A | Hoofdstroomleidingen |
2 AWG | 33,6 | 115-175 A | Grote motoren, industriële toepassingen |
1 AWG | 42,4 | 150-200 A | Batterijbanken, zware belasting |
0 AWG | 53,5 | 170-250 A | Elektrische hoofdpanelen |
00 AWG | 67,4 | 195-300 A | Grote generatoren |
000 AWG | 85,0 | 225-350 A | Zware industriële toepassingen |
0000 AWG | 107,2 | 260-400 A | Hoog vermogen circuits |
Toelichting
- Stroomsterkte (Ampère): De vermelde waarden zijn gebaseerd op gangbare richtlijnen voor kopergeleiders en kunnen variëren afhankelijk van isolatiemateriaal, omgevingstemperatuur en koelomstandigheden.
- Toepassing: Dit is een algemene richtlijn. Specifieke toepassingen kunnen aanvullende veiligheidsmarges vereisen.
- Omgerekende mm²: De weergegeven waarden zijn benaderingen van de doorsnede van de kabel in metrische eenheden.
Formules
1. Formule voor Vermogen (Watt)
P = V × I
Waar:
- P = Vermogen in watt (W)
- V = Spanning in volt (V)
- I = Stroom in ampère (A)
Voorbeeld:
Een apparaat werkt op 230 V en gebruikt 5 A. Hoeveel vermogen verbruikt het?
P = 230 × 5 = 1150 Watt
Antwoord: Het apparaat verbruikt 1150 W.
2. Formule voor Stroom (Ampère)
I = P / V
Waar:
- I = Stroom in ampère (A)
- P = Vermogen in watt (W)
- V = Spanning in volt (V)
Voorbeeld:
Een lamp verbruikt 60 W bij een spanning van 230 V. Hoeveel stroom trekt de lamp?
I = 60 / 230 ≈ 0,26 Ampère
Antwoord: De lamp trekt ongeveer 0,26 A.
3. Formule voor Spanning (Volt)
V = P / I
Waar:
- V = Spanning in volt (V)
- P = Vermogen in watt (W)
- I = Stroom in ampère (A)
Voorbeeld:
Een elektrisch apparaat heeft een vermogen van 1500 W en trekt 6,5 A stroom. Wat is de werkspanning?
V = 1500 / 6,5 ≈ 230,77 Volt
Antwoord: De spanning is ongeveer 230,8 V.